EmailFacebookLinkedIn

Thema Brandgevaar

Helaas ontstaat brand meestal door........onszelf! Niet goed opletten, onwetendheid en onvoorzichtigheid zijn oorzaken die mogelijk kunnen worden verminderd door deze uitleg. Veiligheid voor jou en je collega's staat of valt in de eerste plaats met hoe je zelf met brandgevaarlijke activiteiten en situaties omgaat. 

Hoe ontstaat een brand?

Wat moet je doen bij een brand?

Brandklassen

Eerste hulp (EHBO) bij brand

Signaleringsborden m.b.t. brandwonden

Heb je vragen?

 

Hoe ontstaat een brand?

Voor vuur heb je drie elementen nodig: Brandstof, zuurstof en warmte.

Deze drie elementen worden ook wel de branddriehoek genoemd:

  1. Iets dat wil branden; een brandbare stof;
  2. Zuurstof; dat zit in de lucht;
  3. Voldoende warmte; ontbrandingstemperatuur.

Als een van de drie elementen ontbreekt, ontstaat er geen vuur. Wanneer er wel vuur is, maar je haalt één van deze drie weg, dan gaat het vuur uit.

Dit kan door:

  • De temperatuur te verlagen door te blussen met bijvoorbeeld water;
  • De zuurstoftoevoer af te sluiten door bijvoorbeeld een branddeken te gebruiken;
  • Het brandstof weg te halen door bijvoorbeeld de gaskraan dicht te draaien; geen brandstof, geen vuur.

Brand voorkomen

Enkele maatregelen om de kans op brand te beperken:

  • Binnen roken in bedrijfsruimten en openbare ruimten is altijd verboden. Het is wel toegestaan om buiten of in een speciale ruimte te roken. Volg de instructies van het bedrijf goed op, gebruik altijd een asbak en doof de sigaret goed. Controleer of alle sigaretten zijn gedoofd voordat je de asbak leegt in de vuilnisbak;
  • Gebruik gas-, water- en elektriciteitsleidingen niet om spullen aan op te hangen. Deze buizen kunnen soms erg heet worden en er bestaat gevaar van breuk;
  • Waarschuw bij ondeugdelijke elektrische apparatuur altijd direct je leidinggevende, zodat de apparatuur gerepareerd of vervangen kan worden;
  • Laat apparatuur nooit onbeheerd op stand-by staan;
  • Zorg dat de ventilatie-uitgangen van apparatuur niet geblokkeerd zijn.

Elektriciteit

  • Knoei nooit zelf met elektriciteit en elektriciteitsleidingen. Zorg er bij het ontstaan van kortsluiting altijd voor dat de bron van de kortsluiting van het elektriciteitsnet wordt afgehaald en wordt gerepareerd. Wanneer kortsluiting ontstaat doordat een elektrisch apparaat in aanraking komt met water, dient er absolute zekerheid over te bestaan dat het volledig is opgedroogd alvorens het apparaat weer gebruikt kan worden. Vergeet niet om de stop er eerst uit te halen als je lampen vervangt;
  • Rol een kabelhaspel altijd helemaal uit wanneer je hier gebruik van maakt. Een opgerold verlengsnoer kan zijn warmte niet kwijt en gaat op den duur smelten. De warmte en de vonken die bij kortsluiting vrijkomen, veroorzaken gemakkelijk brand. Leg ook geen snoeren in kluwens bij elkaar en laat liever geen snoeren onder het tapijt lopen. Sluit nooit teveel punten aan op een verlengsnoer. Dit kan leiden tot overbelasting en oververhitting;
  • Laat geen apparatuur stand-by staan en voorkom dat water bij elektrische apparatuur kan komen. Wees bijvoorbeeld voorzichtig met drinken achter de PC.

Wat moet je doen bij een brand?

Correct handelen bij een brand, begint met een goede voorbereiding. Zorg dat je op jouw werkplek altijd goed op de hoogte bent van:

  1. de locatie van de aanwezige blusmiddelen;
  2. het correct gebruik van de aanwezige blusmiddelen;
  3. de juiste vluchtwegen;
  4. de vaste locatie van sleutels van eventuele deuren in de vluchtwegen.

Zorg er voor dat de vluchtwegen nooit geblokkeerd zijn door kasten, rommel, fietsen, vuilnis, e.d. Wees kritisch naar elkaar in de controle!

Brandalarm & ontruiming

Veel bedrijven hebben een brandmeldinstallatie (BMI). In grotere bedrijfspanden is een dergelijke installatie vaak verplicht. Bij een brand wordt er via een automatische of een handmatige brandmelder een signaal gegeven aan een brandmeldcentrale, waarna er een duidelijk hoorbaar en/of zichtbaar alarm wordt afgegeven. De brandmelding wordt mogelijk automatisch doorgestuurd naar een externe alarmcentrale van de regionale brandweer of een interne alarmcentrale (grotere bedrijfsterreinen). 

Indien er geen BMI aanwezig is, dient zsm 112 gebeld te worden. In veel gevallen zal deze melding worden gedaan door de leidinggevende van de afdeling. Indien deze niet aanwezig is of wanneer hier onduidelijkheid over bestaat, is degene die de brand heeft ontdekt verantwoordelijk voor de melding aan de hulpdiensten. Echter, voor iedereen geldt: “Aarzel niet om bij twijfel direct zelf te melden!”

Als je het brandalarm hoort of ziet, verlaat je direct je werkplek via de veilige vluchtroute en ga je naar de aangewezen verzamelplaats om je te melden bij de BHV'ers.

Brand blussen

Sta, voordat je gaat blussen, eerst stil bij wat je vooral wel en niet moet doen. Bij blussen is het belangrijk dat je eerst kijkt, dan denkt en dan pas handelt. Zo kun je risico's voorkomen. Als onprofessionele brandbestrijder (hier vallen opgeleide BHV'ers ook onder) mag je alleen een beginnende brand blussen. De term ‘beginnende brand’ is moeilijk te omschrijven. Als vuistregel kun je aanhouden dat de brand zich nog bevindt op de plaats waar hij is ontstaan. Bijvoorbeeld: de brand beperkt zich tot de prullenbak, pc of kopieermachine en heeft de omgeving (bijvoorbeeld plafond, meubilair, zonwering, vloer, e.d.) nog niet in brand gezet.

Blus een beginnende brand alleen als er geen rook is en je de ruimte volledig kunt overzien! Doe dan een bluspoging vanuit de gang. Denk aan de gevaren van rook en CO2! Maak gebruik van de worplengte van het blusmiddel. Doe na het blussen de deur weer dicht om rookverspreiding te voorkomen. Je mag dus alleen naar binnen gaan als er geen rook is en je de ruimte volledig kunt overzien. In alle andere gevallen is de situatie te gevaarlijk en dien je in een veilige omgeving te wachten op professionele hulpverlening.

Bij het benaderen van de plek waar brand wordt vermoed, zijn er verschillende situaties denkbaar:

De brand is zichtbaar

  • Er is sprake van een klein brandje, zonder uitbreiding. Dit kun je in principe blussen. Blijf controleren of de vlammen niet opnieuw oplaaien. Voer een nacontrole uit zodat je er zeker van bent dat het brandje echt uit is. -
  • Er is sprake van een brandje met uitbreiding. Alarmeer de brandweer, als dit nog niet is gedaan. Beoordeel of je alvast met blussen kunt beginnen of dat je ervoor moet zorgen dat jijzelf en anderen in veiligheid worden gebracht.

De brand is niet zichtbaar (achter een gesloten deur)

Wanneer je te maken krijgt met een brand achter een gesloten deur, moeten alle alarmbellen bij je gaan rinkelen. Het openen van de deur kan namelijk fatale gevolgen hebben.

Wat kun je het beste doen?

  1. Voel met je vlakke hand hoog bij de deur;
  2. Voel met de rug van je hand bij de deurklink;
  3. Houd wel enige afstand met de deur! In verband met de warmte mag je je hand niet direct op de deur of deurklink leggen!

Een warm deuroppervlak geeft aan dat de temperatuur aan de andere kant van de deur hoog is. Echter ook achter een koude deur kan brand woeden (bijvoorbeeld niet direct achter de deur maar verder in de ruimte).

  • Als je door de deur heen kunt kijken en je ziet rook: ga dan nooit naar binnen!
  • Je ziet rook langs de deurposten komen: Houd de deur dicht!
  • Je ziet geen rook: Open de deur niet zomaar! Maar handel volgens de procedure voor het openen van deuren.

Ga niet naar binnen vanwege de mogelijk gevaren, maar roep in alle bovenstaande situaties of er iemand achter de deur aanwezig is. Laat een gesloten deur ook dan nog dicht! Als het slachtoffer reageert, geeft hem dat de opdracht om te knielen en in de richting van jouw geroep te kruipen. Laat het slachtoffer weten dat de brandweer onderweg is en laat doorgeven aan de brandweer dat er een slachtoffer bij de brand betrokken is.

Als de deur warm aanvoelt:

  1. Laat de deur dicht!;
  2. Roep of er nog iemand achter de deur aanwezig is;
  3. Blijf zelf in veilig gebied;
  4. Waarschuw direct de omgeving;
  5. Alarmeer de meldkamer;
  6. Pak een blustoestel of een slanghaspel;
  7. Houd de deur nat met behulp van de slanghaspel;
  8. Ga samen met een collega op veilige afstand van de deur staan en wacht op professionele hulp.

Als de deur koud aanvoelt:

  1. Kijk eerst goed waar de scharnieren zitten:
    • Zitten de scharnieren aan jouw kant? Kniel aan de kant van de scharnieren achter de deur en houd de deur tegen met je voet. De deur blijft zo tussen jou en het mogelijke vuur!
    • Zitten de scharnieren niet aan jouw kant? Kniel dan aan de kant van de kruk naast de deur en open de deur een klein stukje, maar houdt de deurkruk goed vast, zodat je de deur weer snel kunt sluiten, indien nodig!

Mocht er zich verderop in de ruimte een brand bevinden, dan kan er bij het openen van de deur een steekvlam ontstaan die door de deurspleet aan de bovenkant naar buiten komt. Als je je op de juiste manier verdekt en gebukt op hebt gesteld, is er zo min mogelijk risico op verwonding. De eventuele steekvlam komt bovenlangs vrij en niet in jouw richting. Daarnaast heeft bukken het voordeel dat je laag bij de grond zit, waardoor je zo min mogelijk wordt blootgesteld aan eventuele rook!

Gevaren bij blussen

  • Bij het begin van een brand en bij een slechte verbranding ontstaat koolmonoxide. CO2 is onzichtbaar, reukloos en smaakloos. Het hoopt zich op in het bloed en vermindert over langere periode de opname van zuurstof in het bloed. Bij kleinere hoeveelheden wordt je suf, bij grotere hoeveelheden kun je bewusteloos raken en zelfs overlijden;
  • In rook kunnen allerlei giftige stoffen zitten die voor problemen met de ademhaling zorgen;
  • De warmte kan bij een brand plotseling enorm oplopen, behalve uitwendige verbranding, kunnen ook de longen beschadigd raken door hete dampen;
  • Een draagbaar blustoestel is snel leeg. Als het toestel leeg is, dien je zo snel mogelijk de ruimte te verlaten;
  • Een brandhaspel raakt niet leeg. Blijf daarom goed op je eigen veiligheid letten. Wanneer de situatie te gevaarlijke wordt, dien je zo snel mogelijk de ruimte te verlaten.

Neem nooit risico’s bij het blussen van brand! Indien de situatie uit de hand loopt, dien je jezelf en anderen zo snel mogelijk in veiligheid te brengen door de ruimte direct te verlaten! Laat het blussen in dat geval over aan professionele brandbestrijders.

Brandklassen

De verschillende brandbare stoffen zijn ingedeeld in klassen. Als je gebruik maakt van blusapparatuur is het van groot belang om te controleren of het blusmiddel geschikt is voor de betreffende brandhaard. Bekijk daarom goed de sticker op het blusmiddel om vast te stellen of je het blusmiddel kunt gebruiken. Zorg dat je op de hoogte bent van de blusmiddelen op jouw werkplek en hun correcte gebruiksdoeleinden.

KlasseSymboolBrandstofVoorbeelden
A

 

 Vaste stoffenPapier, hout, textiel, verpakkingsmateriaal
B

 

 VloeistoffenOplosmiddelen, olie, benzine, was, vet, kunststof
C

 

 GassenAardgas, LPG, butaan, propaan
D

 

 MetalenAluminium, natrium, magnesium
ENIET MEER IN GEBRUIK Elektriciteit

Computers, telefooncentrales, schakelkasten

 

Brandklasse E is in Nederland vervallen omdat elektriciteit wel een oorzaak van brand kan zijn maar zelf niet brand. Door kortsluiting gaat bijvoorbeeld een computer branden. De computer staat in brand en niet het elektriciteit. Dit is dan brandklasse A en geen E.

F

 

 Vetten Frituurvet, bakolie

Eerste hulp bij brandwonden

Wat doe je bij een brandwond

  • Zorg voor een veilige werkomgeving;
  • Koel 10 minuten met lauw zacht stromend leidingwater en verwijder zo snel mogelijk kleding en sieraden;
  • Voorkom onderkoeling: koel de brandwond, niet het slachtoffer;
  • Bedek de wond met plastic huishoudfolie, steriel verband of een schone doek;
  • Smeer niets op de brandwonden;
  • Vervoer een slachtoffer indien mogelijk zittend.

In deze video van Gezondheidsplein.nl wordt het correct handelen bij brandwonden duidelijk toegelicht.

Wat stel je vast bij een brandwond?

  • Pijn;
  • Rode licht gezwollen pijnlijke huis (eerstegraads);
  • Blaren (tweedegraads);
  • Wit, perkamentachtige of zwarte kleur (derdegraads).

Bel 112 bij:

  • Inademing van rook/hete gassen ook al heeft het slachtoffer geen klachten;
  • Grote verbrandingen met blaren en/of een zwarte of grauwwitte huid (tweede- en derdegraadsverbrandingen).

Bel de huisarts of huisartenspost:

  • Bij kleine verbrandingen met blaren en/of een zwarte of grauwwitte huid;
  • Als een groot deel van de huid rood en gezwollen is;
  • Bij ziekteklachten, zoals koude rillingen, koorts, misselijkheid, braken, hoofdpijn of hartkloppingen.

    Signaleringsborden m.b.t. brand 

    Blusapparaat

    Brandslang

    Blusdeken

    Ladder

    Verboden te roken

    Open vuur verboden

    Eerste Hulp

    Verzamelplaats

    Weg naar hulpmiddel

    Heb je Vragen?

    Heb je vragen over brandgevaar? Neem vooral contact met ons op! We helpen je graag verder.

    Margot van der Wal

    Veiligheids- en gezondheidscoördinator

    075 - 631 18 21 / hrm@multicraft.nl

     

    Margot

    Belangrijk om te weten

    Deze themapagina bevat algemene informatie over veiligheid op de werkvloer. Neem daarnaast altijd goed kennis van de specifieke veiligheidsvoorschriften van het bedrijf waarbij je werkt en neem deze voorschriften altijd in acht. Het bedrijf heeft deze voorschriften en regels specifiek op jouw werkplek afgestemd. Deze voorschriften zijn daardoor van groot belang om jouw eigen veiligheid en gezondheid, maar ook die van collega’s en bezoekers, te waarborgen.

    Er kunnen geen rechten aan de informatie op deze themapagina worden ontleend, omdat het om algemene, niet bedrijfsspecifieke informatie gaat.