EmailFacebookLinkedIn

Thema Tillen, dragen & intern transport

Het komt op vrijwel iedere werkplek wel eens voor dat er wat moet worden verplaatst. In het magazijn en productiehal vormt het verplaatsen van goederen zelfs een groot onderdeel van het takenpakket. Om veilig te kunnen tillen en dragen moet je altijd een aantal basisregels in acht nemen. Dit geldt voor zowel voor fysiek tillen om rug- en andere klachten te voorkomen als voor het verplaatsen van goederen met behulp van interne transportmiddelen, zoals de palletwagen en de heftruck.

Met de hand verplaatsen

Werken met interne transportmiddelen

Signaleringsborden m.b.t. intern transport

Heb je vragen?

 

Met de hand verplaatsen

Een lichte last wordt vaak ‘even’ met de hand verplaatst. Bedenk je echter altijd dat verkeerd tillen grote gevolgen kan hebben voor je lichamelijke gesteldheid. Zenuwen kunnen bekneld raken en dat kan gepaard gaan met hevige rug- en beenklachten en in het slechtste geval een hernia.

Welke gevaren kunnen zich voordoen bij tillen?

  • De last is te groot en/of te zwaar;
  • De last is onhandig om goed vast te pakken;
  • De last vertoont scherpe hoeken of randen;
  • Het tillen vraagt een te grote fysieke inspanning en belast de wervelkolom overmatig;
  • Er zijn te weinig rustpauzes;
  • De lasten moeten over te grote afstanden gedragen en getild worden;
  • Het is niet mogelijk om het werktempo aan te passen (bijvoorbeeld bij lopende bandwerk);
  • Er is te weinig manoeuvreerruimte op de werkplek om je goed te kunnen verplaatsen;
  • De ondergrond is glad, oneffen of onstabiel;
  • Er zijn niveauverschillen.

Tillen en dragen voorkomen
Door te zware lasten te tillen of de rug op een verkeerde manier te belasten kunnen de tussenwervelschijven verschuiven of beschadigd raken. Daarom moet er bij het verplaatsen van lasten altijd eerst worden gezocht naar alternatieven, zoals bijvoorbeeld karretjes, steekwagens, takels, enzovoort. Zware of grote voorwerpen kunnen beter niet getild worden. Rollen, kantelen of schuiven kunnen dan een alternatief zijn. Het is altijd beter de last te duwen dan te trekken. Bij het duwen kunnen de beenspieren namelijk benut worden. Ga hierbij recht voor de last staan en bepaal vooraf goed de richting. Als het tillen met de hand niet vermeden kan worden, kun je het beste de correcte tilmethode toepassen.

De correcte tilmethode
Bij het met de hand tillen van lichte en zwaardere voorwerpen moet je proberen om zoveel mogelijk een beroep te doen op je sterke spieren (je arm- en beenspieren). De beenspieren van je bovenbenen kunnen het zware tilwerk namelijk veel beter aan dan je rugspieren. Probeer daarom je rugspieren zo veel mogelijk te ontzien tijdens het tillen door als volgt te werk te gaan:

  • Til met een rechte rug en zo verticaal mogelijk. Probeer een holle rug te vermijden;
  • Ga met gespreide benen zo dicht mogelijk tegen de last aan staan;
  • Buig door je knieën totdat je bovenbeen een hoek van iets minder dan 90º maakt met je onderbeen;
  • Plaats een hand achter en een hand zijdelings onder het object;
  • Kom geleidelijk aan (nooit met een ruk) en met rechte rug naar boven door je benen te strekken. Hou de armen gestrekt en zo dicht mogelijk tegen het lichaam;
  • Het neerzetten van een last gebeurt in omgekeerde volgorde;
  • Draai door je voeten te verzetten, niet door alleen je lichaam te draaien;
  • Til op ongeveer een halve armlengte afstand. Grotere afstanden zijn toegestaan naarmate het gewicht van de last kleiner is;
  • Warm je spieren op voorhand op. De kans op letsel is dan kleiner;
  • Je lichaam heeft behoefte aan rust na een zware taak. Verdeel je krachten over een ruime tijdspanne. Ook langdurig in dezelfde houding werken is ongunstig. Wissel daarom voldoende af;
  • Vermijd het dragen van lasten over een gladde of onstabiele ondergrond. Dit belast de rug meer en er is een groter risico op vallen en struikelen.

Zwangerschap & tillen
Om veiligheid en gezondheid tijdens de zwangerschap, na de bevalling te waarborgen, mogen zwangere medewerksters tijdens de zwangerschap, in de periode na de zwangerschap en tijdens de lactatieperiode niet handmatig tillen en dragen.

Werken met interne transportmiddelen

Palletkar of pompwagen
In veel bedrijven wordt met palletwagens gewerkt. Een verkeerd gebruik kan zware letsels veroorzaken. Controleer daarom voordat je een palletwagen gebruikt of de remmen, claxon, hefinrichting, accu en veiligheidsvoorzieningen goed functioneren.

Handpalletkar
De handpompwagen of handpalletkar is het gemakkelijkst in bediening. De handpalletkar heeft twee vorken, dubbele of enkele vorkwielen, stuurwielen en een disselboom met bovenaan handgrepen. De handpalletkar is vooral geschikt voor het verplaatsen van een klein aantal pallets over een kleine afstand op een vlakke, gelijkmatige ondergrond. Het besturen van de kar vraagt heel wat loop-, trek- en duwvermogen, afhankelijk van de lading en de ondergrond.

Waar moet je aan denken bij het besturen van een handpalletkar?

  • Werk met een rechte rug bij het trekken van de last;
  • Beperk de gebruiksduur en het gewicht van de palletkar;
  • Trek de palletkar afwisselend met de linker- en de rechterarm;
  • Draag altijd antislipschoenen en veiligheidshandschoenen;
  • Neem voldoende manoeuvreerruimte;
  • Laad de last stabiel en maak de lading goed vast;
  • Verdeel de last goed en gelijkmatig over de twee vorken.

Elektrische palletkar
Het principe van de elektrische palletkar is hetzelfde als dat van de handpalletkar. Het besturen en heffen gebeurt echter elektrisch. De maximale snelheid van de elektrische palletkar is ongeveer 6 km per uur. Per palletkar verschilt de plaats van de bestuurder. Mogelijk loop je voor of achter de palletkar en bij sommige wagens kun je er op staan.

Waar moet je aan denken bij het besturen van een elektrische palletkar?

  • Het is wenselijk dat de palletkar is uitgerust met een noodstopinrichting met omkeerbare rijrichting;
  • Neem voldoende manoeuvreerruimte;
  • Draag altijd antislipschoenen en veiligheidshandschoenen;
  • Laad de last stabiel en maak de lading goed vast;
  • Verdeel de last goed en gelijkmatig over de twee vorken;
  • Loop nooit over de palletkar, ook niet als daar wel ruimte voor is;
  • Rook nooit in de nabijheid van de elektrische palletkar (batterij onder spanning);
  • Zorg ervoor dat er geen metalen voorwerpen aanwezig zijn.

Overige aandachtspunten bij het gebruik van een palletkar:

  • De palletkar mag alleen worden gebruikt voor de daarvoor bestemde doeleinden;
  • De maximale toegelaten lading mag nooit overschreden worden! Je vindt deze gegevens in de voorschriften op de palletwagen;
  • Voorkom beklemming of verplettering door altijd goed voor je te kijken en indien mogelijk naast de palletkar te lopen of er op te staan (indien gebruikelijk);
  • Verwijder altijd de sleutel uit het contact als je de palletkar onbeheerd achterlaat. Op deze wijze kun je vermijden dat onbevoegde personen met de palletwagen wegrijden;
  • Laad de last altijd met zorg. De lading moet goed in evenwicht, voldoende ondersteund en vastgemaakt zijn;
  • De vorken moeten diep genoeg onder de lading geduwd zijn;
  • Snelle en bruuske bewegingen zijn uit den boze om te voorkomen dat de last onstabiel wordt;
  • Zorg ervoor dat de doorgangen altijd breed genoeg zijn. Er moet altijd minstens 50 cm vrije ruimte zijn naast de lading;
  • Betreed alleen een loopbrug, vloer of (goederen)lift als je zeker weet dat zij stevig genoeg zijn voor de lading (maximale draaggewicht);
  • Minder altijd snelheid in bochten en op hellingen;
  • Controleer bij onoverzichtelijke plaatsen altijd eerst of de doorgang vrij is.

Heftruck
Het besturen van een heftruck is complex. Daarom is het belangrijk dat de bestuurder goed opgeleid is en vertrouwd is met de werking van de heftruck. Bovendien moet de bestuurder over een groot verantwoordelijkheidsgevoel beschikken. Door zijn omvang en gewicht is de heftruck een gevaarlijk voertuig. Onbekwame bestuurders kunnen zelfs door een kleine fout al snel ernstige gevolgen teweeg brengen. Bestuur daarom alleen een heftruck als je hiertoe bevoegd en opgeleid bent!

Oorzaken van ongevallen met heftrucks:

  • Verkeerde werkmethoden;
  • Onvoldoende vaardigheid of deskundigheid van de bestuurder;
  • Onvoorzichtigheid en onderschatting van gevaren;
  • Onvoldoende manoeuvreerruimte op de werkplek;
  • Te grote tijdsdruk;
  • Het ontbreken van de juiste hulpmiddelen en beschermingsmiddelen;
  • Verkeerde of onduidelijke aanwijzingen;
  • Gebrek aan overleg met collega’s;
  • Te lange werktijden.

Vorkheftruck & reachtruck

De twee meest voorkomende types heftrucks zijn:

  • De vrijdragende heftruck met de voorwielen achter de hefinrichting;
  • De reachtruck waarbij de mast horizontaal verplaatsbaar is.

Dagelijkse controle
Voordat je begint met je werk op de heftruck, dien je altijd een controle uit te voeren. Ga hierbij na of alle functies goed werken, zoals de remmen en de handrem, de claxon, de veiligheidspal van de vork, de verlichting en de hydraulische inrichting voor heffen en neerlaten. Controleer ook regelmatig of de banden niet versleten zijn, de bandenspanning goed is, er niet te veel speling zit op de besturing, de vork niet te veel is beschadigd, er olie ververst dient te worden en of er voldoende spanning zit op de kettingen. In 5 à 10 minuten kun je een goede controle uitvoeren.

Let op!
In principe mogen alleen medewerkers van 18 jaar of ouder een heftruck besturen. 16- en 17-jarigen mogen dit alleen onder continu deskundig toezicht. Als leidraad geldt dat de bestuurder in bezit dient te zijn van een erkend diploma tot vakvolwassen heftruckbestuurder. In situaties waar heftruckbestuurders niet over specifieke deskundigheid beschikken, kan de Inspectie SZW direct een boete opleggen aan de werkgever. Als de werkgever alles goed heeft geregeld, maar de medewerker roekeloos en onverantwoordelijk handelt, kan ook de werknemer beboet worden.

Aandachtspunten bij het besturen van een heftruck:

  • Vermijd abrupte bewegingen om val van de last te voorkomen;
  • Verdeel het gewicht van de last evenredig over beide vorken;
  • Let goed op hindernissen in de hoogte. Zorg dat je de hoogte van de last goed in kunt schatten en neem geen onnodige risico’s;
  • Pas de breedte van de vorken aan aan de last;
  • Overschrijd nooit de maximale belasting van de heftruck. Je vindt dit maximum altijd in de voorschriften op de heftruck;
  • Rijdt nooit abrupt achteruit met geheven vork, zodat de lading niet onverwacht naar voren kantelt;
  • Hef de mast nooit met geheven lading voorover;
  • Ga altijd na of er voldoende ruimte is om achteruit te rijden. Vraag desgewenst hulp van een collega;
  • Maak voldoende manoeuvreerruimte vrij;
  • Wacht met rijden totdat er niemand in de directe omgeving is;
  • Breng de vorken eerst op de juiste hoogte voordat de last erop wordt gezet;
  • Maak de vorken los van de last voordat je achteruit gaat rijden;
  • Breng de vorken altijd iets omhoog voordat de mast naar achter gebracht wordt;
  • Bewaar voldoende afstand bij het tillen en dalen van de vorken, zodat er geen panelen beschadigd worden.

Het is op iedere werkvloer ten strengste verboden om:

  • het voertuig te besturen vanaf een andere plaats dan de bestuurdersplaats. Handen, voeten en hoofd moeten altijd binnen de kooi van de heftruck blijven;
  • personen te vervoeren met de heftruck, tenzij er een speciale zitplaats voor een passagier is ingebouwd;
  • meer gewicht te vervoeren dat de maximaal toegestane lading;
  • het contragewicht zwaarder te maken om meer gewicht mee te nemen;
  • personen te hijsen met een gewone heftruck, tenzij de heftruck van een speciale werkbak voorzien is en de specifieke veiligheidsvoorschriften worden nageleefd;
  • abrupt te remmen waardoor de lading zou kunnen verschuiven;
  • de lading te vervoeren zonder dat de bestuurder goed zicht heeft op de weg. Het is dan beter om achteruit te rijden en in de rijrichting te kijken of je te laten begeleiden door een assistent die aanwijzingen geeft. Bij bochten en scherpe hoeken kan het beste altijd even gestopt en geclaxonneerd worden, om je ervan te vergewissen dat de doorgang vrij is;
  • te dicht achter een ander transportvoertuig of voetgangers te rijden. Voldoende afstand houden is essentieel;
  • een steile helling in achteruit op te rijden en in vooruit af te rijden;
  • op een helling rond de as te draaien;
  • op losse voorwerpen te rijden. Als de ondergrond vochtig of glad is, moet er vertraagd worden;
  • de heftruck onbeheerd achter te laten met de sleutel in het contact;
  • de heftruck achter te laten met de vorken in de hoogte;
  • de heftruck te parkeren voor toegangen, uitgangen, eerste hulp- of brandweerposten.

Signaleringsborden m.b.t. intern transport

Pas op voor transportvoertuigen

Verboden voor heftrucks

Verboden last te plaatsen

Verboden onder last te staan

Rijden op palletwagen verboden

Verboden voor voetgangers

Heb je Vragen?

Heb je vragen over veilig tillen, dragen en werken met interne transportmiddelen? Neem vooral contact met ons op! We helpen je graag verder.

Margot van der Wal

Veiligheids- en gezondheidscoördinator

075 - 631 18 21 / hrm@multicraft.nl

 

Margot

Belangrijk om te weten

Deze themapagina bevat algemene informatie over veiligheid op de werkvloer. Neem daarnaast altijd goed kennis van de specifieke veiligheidsvoorschriften van het bedrijf waarbij je werkt en neem deze voorschriften altijd in acht. Het bedrijf heeft deze voorschriften en regels specifiek op jouw werkplek afgestemd. Deze voorschriften zijn daardoor van groot belang om jouw eigen veiligheid en gezondheid, maar ook die van collega’s en bezoekers, te waarborgen.

Er kunnen geen rechten aan de informatie op deze themapagina worden ontleend, omdat het om algemene, niet bedrijfsspecifieke informatie gaat.